Sommige mensen vinden het vreemd dat een scan over zelfleiderschap de factor ‘praten in jezelf’ (self-talk, zelf-dialoog) bevat. Zij vinden praten in / met jezelf wat kinderlijk, onbelangrijk, niet meer dan achtergrond in je hoofd, die al dan niet tot stilte moet worden gebracht. Maar wat je tegen jezelf zegt, hoe je in jezelf praat, is wel degelijk belangrijk, het is de uitdrukking van hoe je met jezelf omgaat, hoe je jezelf leidt. Zelf-dialoog kan positief of negatief zijn, je bemoedigen of je onderuithalen. Sommige mensen hebben behoorlijk last van een kritische stem in hun hoofd, een stemmetje (of stem!) die de hele dag commentaar geeft. Die stem momt niet van buiten, maar is ook praten in jezelf.
'Self-talk' is uitgebreid onderzocht bij onder meer sporters - hoe praten zij in zichzelf om focus te houden, om te gaan met tegenslagen, et cetera. Zoek maar op Google Scholar naar 'self-talk' en je vindt veel wetenschappelijke bronnen, Of zoek op Google naar 'self-talk sports', en je krijgt informatie over de rol van positieve zelfdialoog. Wetenschapper Bart Geurts schreef in 2018 een beschouwing over zelfdialoog in de Review of Philosophy and Psychology, getiteld ‘Making sense of self-talk’, met allerlei verwijzingen voor de geïnteresseerden. Je vindt het artikel hier.
Er wordt wel gesteld dat optimisten meer positief in zichzelf praten. Positief in jezelf praten is gekoppeld aan gezondheid (minder stress en zorgen), terwijl negatief praten in jezelf (“het zal wel niet lukken, ik ga mensen teleurstellen, wat zou mijn vader er wel niet van denken, …”) wordt gekoppeld aan spanning en mindere resultaten. Precies en wetenschappelijk verantwoord meten van deze effecten van negatief praten in/tegen jezelf is moeilijk - omdat niet precies en objectief in iemand's innerlijke psychologische wereld kan worden gekeken. Gedrag valt te observeren, hersenspinsels niet. Dat kun je alleen zelf.
Negatieve gedachtes en negatief in jezelf praten is een patroon, een gewoonte. Zo’n patroon veranderen is makkelijker gezegd dan gedaan, want het patroon is vaak gedurende vele jaren opgebouwd. Wat verstandig is, is om eerst de manier van in jezelf praten goed in kaart brengen: hoe doe je dat, wat zeg je tegen jezelf, hoe vaak, wanneer, etc. De volgende stap is meer begrip krijgen voor die zelf-dialoog door op zoek te gaan naar de bronnen van negatief tegen jezelf praten. Doe dat met enige afstand, als een observator. Dat inzicht is nodig voor verandering. Negatieve zelf-dialoog kun je veranderen, maar het vraagt aandacht. Hulp van een vertrouwde persoon of professionele hulp kan goed helpen, een coach kan je daarbij helpen.
De bekende Brené Brown, auteur van ‘De kracht van kwetsbaarheid’, noemde de negatieve stemmen in haar hoofd ‘gremlins’, de kleine harige wezentjes genaamd mogwai (wat Chinees is voor ‘kwaadaardige geest’). Wat zij daarmee deed, was de negatieve gedachten een naam geven en op afstand zetten – om zo met gremlins innerlijk te praten en minder met zichzelf. Op https://brenebrown.com/ vind je meer informatie, en een Ted-talk van een paar jaar geleden is zeker de moeite waard (tip: let ook op de self-talk).
Op het thema van zelfkritiek komen we in een latere blog terug.
Comments